Hfst 7 Open Erven

(art 7.1 - 7.22) Hfst 7 VOORSCHRIFTEN INZAKE HET GEBRUIK VAN BOUWWERKEN, OPEN ERVEN EN TERREINEN

AFDELING 7.1 VOORKOMEN VAN BRANDGEVAAR EN ONTWIKKELING VAN BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW

Artikel 7.1 Aansturingsartikel
Artikel 7.2 Verbod op roken en open vuur
Artikel 7.3 Vastzetten zelfsluitend constructieonderdeel
Artikel 7.4 Aankleding
Artikel 7.5 Brandveiligheid inrichtingselementen
Artikel 7.6 Brandgevaarlijke stoffen
Artikel 7.7 Brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen
Artikel 7.8 Opslag in stookruimte
Artikel 7.9 Veilig gebruik verbrandingstoestel
Artikel 7.10 Restrisico brandgevaar en ontwikkeling van brand

AFDELING 7.2 VEILIG VLUCHTEN BIJ BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Artikel 7.11 Aansturingsartikel
Artikel 7.12 Deuren in vluchtroutes
Artikel 7.13 Opstelling zitplaatsen en verdere inrichting
Artikel 7.14 Gangpaden

Artikel 7.15 Beperking van gevaar voor letsel
Artikel 7.16 Restrisico veilig vluchten bij brand


AFDELING 7.3 OVERIGE BEPALINGEN VEILIG EN GEZOND GEBRUIK, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Artikel 7.17 Aansturingsartikel
Artikel 7.19 Asbestvezels en formaldehyde
Artikel 7.20 Bouwvalligheid
Artikel 7.21 Zindelijke staat van bouwwerken, open erven en terreinen

Toelichting Hoofdstuk 7 (art x.x - art x.x)

Artikel 7.15 Beperking van gevaar voor letsel
1. Tegen of onder het plafond aangebracht glas is veiligheidsglas of glas voorzien van een ingegoten kruiswapening met een maximale maaswijdte van 0,016 m.
2. Textiel, folie of papier in horizontale toepassing is onderspannen met metaaldraad op een onderlinge afstand van ten hoogste 0,35 m, of metaaldraad in twee richtingen met een maximale maaswijdte van 0,7 m.
3. Aankleding in een besloten ruimte mag bij brand geen druppelvorming geven boven een gedeelte van een vloer bestemd voor gebruik door personen.
4. Het eerste tot en met derde lid gelden niet voor een niet-gemeenschappelijke ruimte.
5. Het eerste tot en met derde lid gelden niet in een logiesverblijf.
Artikel 7.16 Restrisico veilig vluchten bij brand
Onverminderd het bij of krachtens dit besluit bepaalde is het verboden in, op, aan of nabij een bouwwerk voorwerpen of stoffen te plaatsen, te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten, werktuigen, middelen of voorzieningen te gebruiken of niet te gebruiken of anderszins belemmeringen te veroorzaken waardoor:
a. melding van, alarmering bij of bestrijding van brand wordt belemmerd;
b. het gebruik van vluchtmogelijkheden bij brand wordt belemmerd, of
c. het redden van personen of dieren bij brand wordt belemmerd.
AFDELING 7.3 OVERIGE BEPALINGEN VEILIG EN GEZOND GEBRUIK, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Artikel 7.17 Aansturingsartikel
1. Het gebruik van een bouwwerk, open erf en terrein is zodanig dat hinder,
124
Staatsblad 416, Wordversie
gezondheidsrisico’s en andere veiligheidsrisico’s dan brandveiligheidsrisico’s
voor personen in voldoende mate worden beperkt.
2. Voor zover voor een gebruiksfunctie in tabel 7.17 voorschriften zijn
aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.
Tabel 7.17
gebruiksfunctie
leden van toepassing
7.18
7.19
7.20
7.21
7.22
artikel
lid 1 2 3 1 2 * * *
1 Woonfunctie
a woonwagen
b andere woonfunctie
Alle hier niet boven genoemde gebruiksfuncties
Artikel 7.18 Overbewoning
-2312* 1-312* - - - 1 2 * * *
1. Een woonfunctie wordt niet bewoond door meer dan één persoon per 12 m2 gebruiksoppervlakte.
2. Een woonwagen wordt niet bewoond door meer dan één persoon per 6 m2 gebruiksoppervlakte.
3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op een woonfunctie waarin door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers opvang aan asielzoekers wordt geboden.
Artikel 7.19 Asbestvezels en formaldehyde
1. De concentratie van asbestvezels in een voor personen toegankelijke ruimte van een bestaand bouwwerk is niet groter dan 100.000 ve/m3, bepaald volgens NEN 2991.
2. De concentratie van formaldehyde in een voor personen toegankelijke ruimte van een bouwwerk is niet groter dan 120 μg/m3, bepaald volgens NEN-EN-ISO 16.000-2.
Artikel 7.20 Bouwvalligheid
Een bouwwerk, open erf of terrein wordt niet gebruikt indien door of namens het bevoegd gezag is meegedeeld dat dit in verband met bouwvalligheid van een in de nabijheid gelegen bouwwerk gevaarlijk is.
Artikel 7.21 Zindelijke staat van bouwwerken, open erven en terreinen
Een bouwwerk, open erf en terrein bevindt zich in een zodanig zindelijke staat, dat dit geen hinder voor personen en geen gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van personen oplevert.
Artikel 7.22 Restrisico gebruik bouwwerken, open erven en terreinen
Onverminderd het bij of krachtens dit besluit of de Wet milieubeheer bepaalde is het verboden in, op of aan een bouwwerk of op een open erf of terrein voorwerpen of
125
Staatsblad 416, Wordversie
overbewoning
asbestvezels en formaldehyde
bouwvalligheid zindelijke staat restrisico
stoffen te plaatsen, te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten of werktuigen te gebruiken, waardoor:
a. op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze rook, roet, walm of stof
wordt verspreid;
b. overlast wordt of kan worden veroorzaakt voor de gebruikers van het
bouwwerk, het open erf of terrein;
c. op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze stank, stof of vocht of
irriterend materiaal wordt verspreid of overlast wordt veroorzaakt door geluid en trilling, elektrische trilling daaronder begrepen, of door schadelijk of hinderlijk gedierte, dan wel door verontreiniging van het bouwwerk, open erf of terrein, of
d. instortings-, omval- of ander gevaar wordt veroorzaakt.